Naar de inhoud Naar de hoofdnavigatie
Natuurlijk Kerkrade

Natuurlijk Kerkrade

Het boek Natuurlijk Kerkrade, beleef de groene gemeente Kerkrade is geschreven door Olaf Op den Kamp en bespreekt maar liefst 21 groene gebieden in Kerkrade.
Het boek begint met een introductie op de geologie en geomorfologie van Kerkrade die grotendeels bepaald wordt door de dalen van de Worm en de Anselderbeek. Daarna volgt een ruim dertig pagina’s tellend hoofdstuk dat de geschiedenis van Kerkrade. Vanaf de Neanderthalers, waarvan een vuistbijl gevonden werd bij de Domaniale Mijn, tot aan het heden. Daaruit blijkt dat Kerkrade een zeer rijk Romeins verleden kent met bijzondere Romeinse villa’s op de Krichelberg, in de Holzkuil en nabij Rolduc. De kennis over de Middeleeuwen is vooral te danken aan abdij Kloosterrade, het huidige Rolduc, en onder meer vastgelegd in de Annales Rodenses. Vanaf het midden van de 18e eeuw ging de mijnbouw een steeds grotere rol spelen en werd Kerkrade Mijnstad. Na de mijnsluiting werden de sporen van de steenkoolwinning weggewerkt in het kader van ‘Van Zwart naar Groen’ en ontstonden nieuwe woonwijken, maar ook recreatiegebieden op de voormalige steenbergen, zoals de steenberg Berenbos. De bossen die tevoren voorbehouden waren aan het personeel van de mijn, zoals het Erensteinerbos, het Berenbos en het Verboden Bosje, werden geliefde wandelgebieden voor de hele bevolking. Deze komen dan ook uitgebreid aan bod in het boek.
De Kerkraadse natuurgebieden zijn in het boek opgedeeld in vier secties: de bossen, de beekdalen, de parken en de steenbergen en voormalige bruinkoolgroeven. De twee meest bijzondere natuurgebieden in Kerkrade; de Anstelvallei en het Wormdal, krijgen de meeste aandacht in het boek. De Anstelvallei is divers. Er liggen kleinere en grotere vijvers en het enige stuwmeer van Nederland. Daarnaast zijn er de fraaie hellingbossen en de oude hoeves, waaronder Nieuw-Erenstein. Deze gevarieerde omgeving trekt bijzondere dieren aan, waaronder veel watervogels die van nature schaars zijn in de voormalige Oostelijke Mijnstreek die vrij arm was aan open water. Op de Cranenweijer zijn vaak grote aantallen eenden, ganzen Meerkoeten, Waterhoentjes en Wintertalingen te zien. Soms komen er zelfs bijzondere vogels op af, zoals de Visarend. In de hellingbossen leven allerlei soorten spechten en zangvogels. Het Wormdal vormt een belangrijke verbindingszone voor dieren als de Waterspreeuw, de Bever en de Ringslang die via het beekdal hun leefgebieden in de Eifel bereiken. De kleinere bossen als het Hambos, het Bosquet van Rolduc, het Loosbos en het Schouffertsbos hebben elk hun eigen charme. Tot de Kerkraadse parken behoren naast het Hertenpark ook de Botanische tuin in Terwinselen en GaiaZOO. De voormalige bruinkoolgroeves Herman en Anna werden omgevormd tot aantrekkelijke wandelgebieden, namelijk de Grote boslocatie en Carisborg.
Aan bijzondere dieren als de IJsvogel, de Ringslang, de Das, de Bever en de Iepenpage wordt extra aandacht geschonken, net als aan historische gebouwen als abdij Rolduc, Kasteel Erenstein, Nieuw-Erenstein, Schacht Nulland en de Baalsbruggermolen.
Daarnaast zijn bij de meeste gebieden wandelroutes opgenomen, zodat hetgeen in het boek staat geschreven ook buiten beleefd kan worden.

Schutblad